In het display van de koffiemachine verschijnt de storing F233 (inbouwapparaat).
Onderaan de koffie-uitloop zit de kopjessensor. Reinig de kopjessensor minstens 1 keer per week, of vaker bij ernstige vervuiling.
Reinig de kopjessensor als volgt:
Druk de beide nokjes naar elkaar toe, zie afbeelding 1. De kopjessensor komt los.
Reinig de kopjessensor in de vaatwasser of met de hand met warm water en een beetje reinigingsmiddel.
Plaats de kopjessensor terug door deze van onderen in de houder van de koffie-uitloop te duwen.
Plaats de kopjessensor op de juiste manier in het apparaat. Terwijl de koffie-uitloop omhooggaat en er iets, bijvoorbeeld een kopje, tegen de kopjessensor stoot, heeft de kopjessensor geen referentiestand meer.
Bevestig de melding met de toets OK.
Plaats de kopjessensor opnieuw in het apparaat.
Totdat de koffiemachine de volgende keer wordt ingeschakeld, is de kopjessensor niet actief en blijft de koffie-uitloop in de bovenste stand staan. Bij de volgende keer inschakelen wordt de kopjessensor opnieuw geïnitialiseerd.
Plaats het kopje zo dat de rand door de sensor kan worden gedetecteerd.
Gebruik een ander kopje of plaats het kopje zo dat de rand door de sensor kan worden gedetecteerd.
Plaats een kopje dat hoog genoeg is zonder lepel zodanig dat de kopjessensor het kopje raakt.
Gebruik een hoger kopje.
Zet de opvangschaal goed in elkaar. Het deksel is correct geplaatst als het onder de nok van de opvangschaal is geschoven, zie afbeelding 3.
Plaats de melkleiding op de juiste wijze, zie afbeelding 4.
Plaats de afdekking van de koffie-uitloop op de juiste wijze.
Probeer de koffie-uitloop, afbeelding (2), licht naar boven te drukken.
Wanneer de koffie-uitloop zich naar boven laat bewegen, is de uitloop niet vergrendeld.
Pak de koffie-uitloop aan de zijkant vast en trek de uitloop krachtig naar beneden.
De koffie-uitloop klikt weer vast. De noodontgrendeling is opgeheven.
