De vergrendeling is geactiveerd. Het programma kan niet worden gestart.
Vergrendeling uitschakelen:
De deur is gesloten en de programmakeuzeschakelaar staat op Einde.
Schakel het apparaat in.
Druk op de toets Kreukbeveiliging en houd deze tijdens de stappen 4 tot 6 ingedrukt.
Draai de programmakeuzeschakelaar langzaam en stap voor stap met de wijzers van de klok mee naar WITTE/BONTE WAS kastdroog.
Draai de programmakeuzeschakelaar langzaam en stap voor stap tegen de wijzers van de klok in naar Einde.
Draai de programmakeuzeschakelaar langzaam en stap voor stap tegen de wijzers van de klok in naar KREUKHERSTELLEND strijkdroog. Het controlelampje vergrendeld knippert niet meer.
Laat de toets Kreukbeveiliging los. De vergrendeling is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat uit.
Herhaal de stappen 1 tot 7 om de vergrendeling in te schakelen. Het controlelampje vergrendeld knippert na stap 6.